EISE EISINGA DE VERLICHTING IN NED.

83. JELTE MET NAPOLEON NAAR MOSKOU

“De veldtocht voerde ons door Polen en Duitsland, maar waar de tocht ons zou brengen wist niemand"...."Het kon mij weinig schelen waar we naar toe gingen, als ik maar in een wereld terecht kwam waarvan ik droomde, al was het aan het einde van de wereld"...."Toen we uitgeput Moskou binnen marcheerden, besefte ik dat de keizer een catastrofe voorbereidde die ons, op een enkeling na, allemaal zou opslokken"...... "De terugtocht was een ware hel, een gevecht met onszelf en elkaar om te overleven".

83. JELTE MET NAPOLEON NAAR MOSKOU

Al voor mijn ballingschap reisden mijn vrienden Jan Hendrik van Swinden, Petrus Camper en Gadso Coopmans regelmatig naar Frankrijk en spraken lovend over, zoals zij het noemden, het culturele- en politieke hart van Europa, het land waar de Verlichting was geboren.  

       Toen Napoleon Bonaparte in 1799 de macht greep, zagen veel Francofielen Napoleon als de grote zoon der Verlichting en Parijs als het volgende Rome, stralende bron en hoofdstad die de moderne wereld verlichtte en de Europese beschaving nieuw leven in zou blazen. 

       Sommigen zagen hem zelfs als de herboren Alexander de Grote of een eigentijdse Karel de Grote en Heinrich Heine dacht, toen hij Napoleon zag, zelfs aan de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem en Hegel noemde hem ‘de wereldziel te paard’.

       Ook Antoine Chaudoir was een groot bewonderaar van Napoleon en over zijn soldaten sprak hij als ”grootmoedige altijd overwinnende krijgshelden”.

       Alles wat van nut was voor de vernieuwing van de beschaving, moest op bevel van Napoleon vanuit de hele wereld naar Parijs, worden gebracht. 

Niet alleen cultuurschatten maar ook grote geleerden vonden hun weg naar de Franse hoofdstad. 

Een van hen was mijn ‘ontdekker’ en vriend Jan Hendrik van Swinden die betrokken was bij het vaststellen van gelijke maten en gewichten in Europa en nu overal bekend staat als de

‘Peter van de meter’. 

       Ook bij het gewone volk, bij vriend en vijand, riep alleen het noemen van de naam Napoleon al een gevoel van oneindige kracht op.

       Delen in de roem van Napoleon beleefden sommige jongens als een droom.

En die kans kregen ze toen de wet op de conscriptie alle jonge mannen tussen 20 en 25 jaar verplichtte dienst te nemen in het leger van Napoleon.

Deelnemen aan een oorlog die de loop van de geschiedenis zou veranderen, betekende roem, avontuur en rijk worden, dachten ze.

       Maar wat zou Napoleon de komende jaren onbeschrijfelijk veel leed over Europa uitstorten. 

       Ook onze familie werd zwaar getroffen. Jelte Stephanus, mijn veelbelovende neef moest zijn dienstplicht vervullen.

We namen afscheid van hem en hebben hem nooit weer teruggezien. 

Achteraf vraag ik mij af of wij zijn dienstneming niet hadden kunnen voorkomen en daarmee een familiedrama, want zowel mijn broer Stephanus als mijn schoonzuster Feike hebben het verlies niet kunnen verwerken en zijn kort na elkaar overleden.

In juli 1815 kreeg ik in het planetarium bezoek van een jongeman. 

Op zich niets bijzonders, maar omdat hij allerlei bijzondere vragen stelde over

het jaar 1774 en over Van Swinden, het raderwerk, de planeetraderen, de slingerklok en de slinger in de bedstee, vroeg ik hem of hij het boek van Van Swinden misschien had gelezen. 

“Nee”, antwoordde hij, “Uw neef Jelte heeft mij veel over Uw Planetarium verteld”.                                                        

“Heb je Jelte gekend”?, vroeg ik hem.

Hij heette Hindrik en was met Jelte bevriend geraakt tijdens de fatale veldtocht naar Rusland. Jelte had hem vaak over het planetarium verteld.

“Als we terugkomen, neem ik jou mee naar mijn oom Eise en zijn Planetarium”, had Jelte mij beloofd”. 

Hindrik was, toen hij ons bezocht, ‘s-morgens eerst naar Dronrijp gereisd om Jeltes ouders te bezoeken, maar had daar vernomen dat zijn moeder en vader kort na elkaar waren overleden. “In 1811, het jaar dat Jelte vertrok is zijn moeder overleden”, vertelde ik hem, “en kort nadat het bericht kwam van Jeltes dood zijn vader.”

Hindrik vertelde over de verschrikkingen die zij hadden moeten doorstaan. 

“De veldtocht voerde ons door Polen en Duitsland, maar waar de tocht ons zou brengen wist niemand. Er werd gesproken over een Baltische haven en vandaar per schip naar Spanje, anderen dachten dat we ergens Engelse bezittingen gingen aanvallen. 

Het kon mij weinig schelen waar we naar toe gingen, als ik maar in een wereld terecht kwam waarvan ik droomde, al was het aan het einde van de wereld.

       Een keer hebben we tijdens de eerste dagen van de veldtocht Napoleon van dichtbij gezien. 

Maar al spoedig was mijn droom voorbij, toen we dagen achtereen meer dan dertig uren moesten lopen, met zo nu en dan een onderbreking van een paar uur. 

Toen we uitgeput Moskou binnen marcheerden, besefte ik dat de keizer een catastrofe voorbereidde die ons, op een enkeling na, allemaal zou opslokken. 

       De terugtocht was een ware hel, een gevecht met onszelf en elkaar om te overleven.

In juli liepen we, onder een gruwelijk hete zon, op blote voeten, omdat onze laarzen stuk en versleten waren.

      Gezongen, zoals tijdens het begin van de tocht, werd er al lang niet meer. 

De voedselvoorraden raakten op en bevoorrading was vrijwel onmogelijk vanwege voortdurende aanvallen van Kozakken. 

We moesten zelf maar zien dat we iets te eten vonden. 

       Het leegroven van huizen, boerderijen en hele dorpen was ons dagelijks werk.

Waar we precies moesten zoeken, leerden we snel. 

Vaten ingemaakte kool, honing, aardappels en worsten moesten we onder de vloer of onder een stapel hout zoeken. Een loslopend varken werd, terwijl het nog leefde, met sabels en bajonetten aan stukken gesneden. 

Soms hadden we zo’n honger dat we ons de tijd niet gunden om het vlees te koken. 

Dat is Jelte fataal geworden. 

       Het was half januari in de buurt van Kauno in Polen toen hij last van zijn maag kreeg, gevolgd door diarree. Het was nog een geluk dat we in de buurt van een hospitaal waren. Ik heb hem daar naar toe gebracht. Hij kreeg dysenterie en is op 27 januari overleden.

       Het meest verschrikkelijke was dat overal langs de weg stervende soldaten lagen, maar als je wilde overleven dan moest je ieder gevoel van medelijden onderdrukken, stelde je je open voor al die jammerlijke taferelen, dan tekende je je eigen doodvonnis.         

De dag waarop ik Jelte naar Kauno bracht, was het zo koud dat je onder het lopen hard met je voeten moest stampen om te voorkomen dat ze bevroren. 

Omdat er geen drinkwater was, dronken we de urine van paarden.

        Misschien wel de verschrikkelijkste dag uit mijn leven was de dag waarop we ‘s-morgens drie uur bevel kregen uit te marcheren en toen bleek dat de laatste trommelslager was doodgevroren. 

Nooit zal ik de beelden vergeten van mannen die wat langzamer gingen lopen, begonnen te waggelen alsof ze dronken waren en vervolgens neervielen om niet weer op te staan.

       Toen ik op de terugtocht de Berezina voor me zag, die we moesten oversteken, zonk de laatste moed mij in de schoenen.

Het had gedooid en grote ijsschotsen stroomden met een enorme kracht voorbij.

Met vierhonderd pontonniers hebben we bruggen over de rivier geslagen. Meer dan driehonderd hebben de bouw niet overleefd.

Iedere dag beleef ik sindsdien als een wonder dat ik nog leef”.

                                        EISES DIGITALE SCHATKIST

                            LEES, KIJK, DOE EN ONTDEK

          Hindrik vertelde over de verschrikkingen die hij en Jelte hadden moeten doorstaan. 

  "De terugtocht was een ware hel, een gevecht met onszelf en elkaar om te overleven", vertelt hij.Drie schooltv. filmpjes over de veldtocht naar Moscou.  

👍Vechten in het Franse leger :www.schooltv.nl:www.schooltv.nl: 2

👍‘Iek ben Konijn van Olland’ werd een legendarische uitspraak van Lodewijk Napoleon Bonaparte(1778-1846), die van 1806 tot 1810 ‘Koning van Holland’was.Hieronder en in de volgende Studio van het Rijksmuseum vind je veel illustraties , en vooral veel spotprenten, die aan Keizer Napoleon herinneren.

Nachtkwartier te Molodetschno, 3-4 december 1812: episode uit de terugtocht van keizer Napoleon uit Rusland. Een nachtverblijf zoals gebruikt door de beide eerste luitenants W.P. d'Auzon de Boisminart en diens zwager A. de Groot Stiffry. Soldaten schuilen bij een provisorische beschutting van riet bij een kampvuur, rechts de paarden. Bij het vuur knielt een man met een varkenskop in zijn handen. Links lopen de Franse soldaten in lange rijen door de sneeuw.Uit: WWW.'Rijksstudio Napoleon'.

Spotprent op Napoleon van 1813 waarbij zijn gezicht is opgebouwd uit de lijken van zijn slachtoffers.
Twee rijen met in totaal vijftien personificaties van verschillende landen geven elk hun mening over Napoleon.
Spotprent op Napoleon na zijn verlies in de slag bij Leipzig, 1813. Op een ronde tafel staat een schotel bestaande uit.....
Lees verder Rijksstudio.
Spotprent op de terugtocht van Napoleon I Bonaparte uit Rusland
De levenstrap van Napoleon. Beginnend links onderaan als Corsicaanse knaap werkt hij zich op tot generaal, consul en tenslotte bovenaan op zijn hoogtepunt tot keizer

Augustus 1811. Vanuit het Franse legerkamp bij Boulogne stuurt de dienstplichtige Friese militair Romke Eelkes Zandstra, een brief naar zijn geliefde Sjoukje Hendriks in Eestrum. De omstandigheden in de legerplaats zijn erbarmelijk, maar Romke probeert Sjoukje gerust te stellen: “Mijn geliefde en teer beminde minnaresse ik laat u weten dat ik nog redelijk in orde ben en hope en wense van U hetzelfde. Zoo het anders was het zou mijn van harten leed zijn.”Romke heeft zijn verloofde nooit weer gezien; hij stierf aan het front in Polen. Met deze liefdesbrief won Tresoar in 2014 het archiefstuk van het jaar.

Nieuwe reacties

02.12 | 08:37

Deze korte impressie smaakt naar veel meer!!

27.10 | 21:28

Ik haw krekt yn in lêzing fan Meinte Vierstra heard oer Eise Eisinga dy't...

06.02 | 13:45

Tige interessant Meinte, likas de oare stikjes. De formule is ek goed. Koart mar kreftig

21.12 | 13:01

Zo knap als Eise is om de ruimte in te kijken, zo knap is Meinte om de di...