"Dit planetarium toont in één oogopslag zowel de ontdekking van Copernicus, dat niet de zon draait, maar stilstaat en dat de aarde om de zon èn om haar eigen as draait, als de ontdekking van Spinoza dat God, universum, natuur en wereld één en hetzelfde zijn en samenvallen".
47. 'BESEF DAT GOD HIER ALTIJD TEGENWOORDIG IS'
DEUS SIVE NATURA
MIJN PLANETARIUM EEN BEELD VAN GOD ?
Enkele dagen later kreeg het verhaal over Spinoza een vervolg bij mij thuis.
“Spinoza zou jouw Planetarium om meer dan één reden hebben bewonderd”, begon Van der Bildt. “Niet alleen als resultaat van zuiver wiskundig denken, maar
vooral omdat je hier onder het Hemelsplein iets ervaart van de zekerheid en de hoogste blijdschap die je voelt, als je je één weet met het eeuwige, eindeloze universum. Het universum waaruit we zijn voortgekomen, waardoor we nu leven en waarin
we eens zullen terugvloeien, zoals een golf in de oceaan.”
“Jan Pieter, wat heb je dat mooi gezegd”, viel Pietsje hem in de rede.
Ze liep naar de wieg, nam Jacobus in haar armen en zei: “Vandaag is hij precies vier weken. Ja dat heerlijke geluksgevoel ervaar ik ook, maar niet dankzij het planetarium, was het maar waar, maar dankzij onze Jacobus”.
Ze knuffelde hem, legde hem weer in de wieg, schonk ons nog een kopje thee in en verliet de kamer
“En toch voel ik hier iets van de kracht van het eeuwige”, ging Jan Pieter verder.
“Je ontstijgt even de macht van de verbeelding, van negatieve passies als rijkdom, eer en wellust en er komt een vrede over je die alle verstand te boven gaat.
Jouw Planetarium Eise, is een beeld van God”.
”Mijn Planetarium een beeld van God, maar mijn beste Jan Pieter, hoe kòm je op het idee?”, riep ik verbaasd.
“Dat zal ik je vertellen, luister.
Ik vertelde je ook dat Spinoza God liet opgaan in de wereld en dat volgens hem God, natuur, wereld en universum
één en hetzelfde zijn.
Dit kunstwerk maakt behalve de stoffelijke
wereld ook de onzichtbare, geestelijke kant van ons bestaan zichtbaar”.
We waren ondertussen naar boven gegaan.
Van der Bildt wees naar de eikenhouten
hoepels, schijven, ster- en kroonraderen, ronde en vierkante assen, bonkels en katrollen.
“Op het eerste oog liggen ze kris-kras voor-, op-, onder en naast elkaar, maar jij hebt alles zo geconstrueerd, dat al die verschillende schakels op een wonderbaarlijke wijze in elkaar grijpen, bewegingen ontvangenen weer aan elkaar
doorgeven.
Het is een aaneenschakeling van oorzaken en
gevolgen.
Samen vormen ze het raderwerk, waarin geen enkel onderdeel uit eigen
kracht beweegt, zijn eigen oorzaak is, want alle schakeltjes ontvangen hun kracht uit één oorzaak. Alle onderdelen zijn even belangrijk en geen enkele schakel kan worden gemist”. Hij zweeg opnieuw; alleen het tikken van het uurwerk verbrak
de stilte.
“Toen ik een kind was”,
ging hij verder, “stelde ik mij God voor als een eerbiedwaardige man met lang zilvergrijs haar, die denkt, voelt en lief en boos is als mijn vader, en die vanuit de hemel, boven de wolken, de aarde bestuurt.
Ik vertelde je al dat Spinoza’s beeld van God geen vaderfiguur is, geen persoonlijke God, die je buiten de wereld en boven het mensdom moet zoeken en die dan eens zus en dan weer zo handelt.
Daarom spreekt de tekst die je hier op d)e zolderbalk hebt
geschilderd mij ook zo aan”, en hij las hardop:
‘Besef dat
God hier altijd tegenwoordig is'(EISE VERTELT 41 )
We weten dat alles op wonderbaarlijke wijze in elkaar grijpt en één geheel vormt waarvan wijzelf ook deel uit maken. God, universum, natuur en
wereld zijn één en hetzelfde en vallen samen : 'Deus Sive Natura', is onze God Eise."
Van der Bildt stelde voor om naar beneden te gaan. We namen plaats aan de tafel onder het Hemelsplein en hij vervolgde zijn verhaal.
“Dit Hemelsplein Eise, is een beeld, een verschijningsvorm van God.
Eén van de ontelbaar vele beelden, want God neemt de vorm aan van alles en iedereen.
Hoewel het universum slechts één van de talloze verschijningsvormen is, is jouw Hemelsplein een buitengewoon beeld van God.
Het laat zien, hoe alle verschijningsvormen op een wonderbaarlijke wijze in elkaar grijpen en samen één geheel vormen, waarin niets zijn
eigen oorzaak is, niets uit eigen kracht bestaat en alles van iets anders afhangt”.
En terwijl hij die laatste
woorden sprak, stond hij op, liep naar de kast naast de bedstee, opende de deur en vroeg: “Mag ik?” en voordat ik kon antwoorden, trok hij de gewichten van het planetariumuurwerk op en zei:
“Geen enkel onderdeel van dit planetarium beweegt uit eigen kracht en veroorzaakt zijn eigen beweging. De raderen van het uurwerk en de hemelbollen aan het Hemelsplein ontvangen
hun beweging van elkaar en geven deze weer aan elkaar door."
Met een zekere verbazing maar ook met instemming had ik naar zijn beeld van God en het planetarium geluisterd en ondertussen geprobeerd te achterhalen
welke betekenis Copernicus, behalve voor het Planetarium, voor zijn ‘drietrapsladder’ had.
“Je vertelde
uitgebreid over de relatie tussen Spinoza, Plato en Euclides”, maar over de rol van Copernicus in jouw verhaal heb ik nog steeds niets gehoord”.
“Copernicus en Spinoza waren beiden
twijfelaars”, ging Jan Pieter verder, “Copernicus twijfelde of het hemelmodel van Ptolemaeus wel het juiste beeld van de werkelijkheid was en Spinoza twijfelde of we de zin van het leven, het hoogste goed en geluk voor de mens wel in de alledaagse
werkelijkheid moesten zoeken.
Daarom probeerde Copernicus door te dringen in de geheimen van het heelal en Spinoza in de
geheimen van het menselijk leven.
En beiden werden, toen ze de geheimen hadden ontrafeld, beschuldigd van ‘verdachte
nieuwigheden’, van zwarte magie en van een verbond met de duivel.
Dit planetarium toont in één oogopslag zowel de ontdekking van Copernicus, dat niet de zon draait, maar stilstaat en dat de aarde om de zon èn
om haar eigen as draait, als de ontdekking van Spinoza dat God, universum, natuur en wereld één en hetzelfde zijn en samenvallen.
Dankzij Copernicus veranderde ons wereldbeeld en dankzij Spinoza veranderde ons Godsbeeld”.
“En daarom staan Copernicus en Spinoza gebroederlijk naast elkaar
op jouw drietapsladder”, concludeerde ik.
“Omdat beiden een omwenteling hebben veroorzaakt in het beeld dat
wij van de werkelijkheid hebben”, zei Jan Pieter "Copernicus een Copernicaanse omwenteling en Spinoza een Spinozaanse omwenteling."
Ondertussen had hij uit zijn tas de ‘Ethica’ gehaald. Op de tweede trap van de ladder, de Rede, schreef hij onder de namen van Copernicus en Spinoza mijn naam en 12 augustus 1781.
EISES DIGITALE SCHATKIST
KIJK-, LEES- DOE EN ONTDEK
👍Van der Bildt had Eise nieuwsgierig gemaakt.
Wil
jij net als Eise Spinoza nog beter leren kennen?
Ga dan naar http://www.entoen.nu/spinoza
😎 'Gelukzaligheid is niet
het loon van de deugd, maar de deugd zelf... (Al) het voortreffelijke is even moeilijk als zeldzaam.' (Boek V, stelling 42).
De Ethica van
Benedictus de Spinoza (1632-1677) wordt vaak opgevat als de kraamkamer van de Radicale Verlichting en daarmee ook van het moderne humanisme. De Ethica heeft als - voor ons wat verrassende - ondertitel In meetkundige ordening uiteengezet. Om goed te leven moeten
we eerst de natuur, de werkelijkheid, rationeel begrijpen. Wij mensen maken deel uit van deze werkelijkheid.
LEES VERDER:http-::www.humanistischecanon.nl:verlichting:spinoza
👍 De familie van Spinoza was een van de vele immigranten families die vanaf het einde van de 16de
eeuw naar de Republiek kwamen. Zij kregen hier de vrijheid hun leven naar eigen geloof en goeddunken in te richten. In Rijksstudio Toleantie/ Spinoza vind je enkele werken die hierop betrekking hebben: Rijksstudio https-::www.rijksmuseum.nl:nl:mijn:verzamelingen:116236--eise-eisinga-vertelt:1670-1680-tolerantie-spinoza