91.'ARCES ATTIGIT IGNEAS’
Door Jacobus Eisinga
Het was woensdag 27 augustus 1828 een mooie zomerdag.
Ik was net begonnen aan mijn dagelijkse rondleiding toen Trijntje plotseling binnenkwam.
“Jacobus, je moet komen, er is wat met Eise”.
Hij zat voorovergebogen aan zijn schrijftafel met de pen nog tussen zijn vingers.
De inkt had een blauwe
vlek op het papier gevormd als een grote laatste punt.
Eise was dood.
We vielen in elkaars armen.
Onder
zijn Hemelsplein hebben we hem opgebaard en zaterdag
30 augustus met de trekschuit naar zijn geboortedorp
Dronrijp gebracht.
We voeren langs het Jaagpad.
Dat pad bezaaid met zoveel rijke herinneringen, waar ik kort geleden nog
met hem liep.
“Kijk daar heb ik Galileï voor het eerst ontmoet”,
hoor ik hem weer zeggen, “en daar Kepler en zie je de Scheidspaal? Dat is de paal van Copernicus”.
We voeren langs
het huis waar hij van zijn vierde tot zijn vierentwintigste heeft gespeeld en gewerkt en waarover hij zoveel prachtige verhalen heeft verteld over de werkplaats waar hij speelde wat zijn vader deed, over Newtons appelboom en de eerste zonnewijzer die hij bouwde.
Toen we even verderop bij de ‘Vergulde Hoorn’ de kist van boord droegen en op een boerenkar plaatsten, werd er op de hoorn geblazen en begonnen zijn vrienden, de trouwe ooievaars spontaan te klepperen en misschien dat zijn vrienden
in zijn sterrenbeeld daar boven wel fonkelden.EISE VERTELT
1-2-3
Onderweg naar zijn laatste rustplaats stonden we een ogenblik stil voor
het huis waar Eise vierentachtig jaar geleden werd geboren.
Zijn
laatste tocht werd een afscheidstocht terug in de tijd.
EISES DIGITALE SCHATKIST
LEES-, KIJK-, DOE en ONTDEK
👍Op 27 augustus 1928 werd herdacht dat Eise een eeuw geleden overleed. Van die herdenking is een filmpje bewaard gebleven:
http-::commons.wikimedia.org:w:index.php?title=File%3AHerdenking_van_Eisinga_Weeknummer_28-21_-_Open_Beelden_-_29636.ogv